Wetboek van Strafvordering
Artikel 126z
1
In een geval als bedoeld in artikel 126o, eerste lid, kan de officier van justitie in het belang van het onderzoek met een persoon die geen opsporingsambtenaar is, overeenkomen dat deze bijstand verleent aan de opsporing door goederen af te nemen van of diensten te leveren aan een persoon ten aanzien van wie uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden voortvloeit dat hij betrokken is bij het in het georganiseerd verband beramen of plegen van misdrijven.
2
Toepassing van het eerste lid vindt alleen plaats indien de officier van justitie van oordeel is dat geen bevel als bedoeld in artikel 126q, eerste lid, kan worden gegeven.
3
De persoon die op grond van het eerste lid bijstand verleent aan de opsporing, mag bij de uitvoering daarvan een persoon niet brengen tot andere strafbare feiten dan waarop diens opzet reeds tevoren was gericht.
4
Artikel 126ij, vierde tot en met zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AE3564, Cassatie, 00053/01 B
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
21-01-2003
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Cassatie
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Hoge Raad21 januari 2003 Strafkamer nr. 00053/01 B KD/SM Hoge Raad der Nederlanden Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Maastricht van 7 december 2000, nummer 03/008038-00, naar aanleiding van een door de Rechter-Commissaris, belast met de behandeling...